Wilma Karels | Patchwork & Quilten

Quilten in Amerika

Patchwork en quilten is in Amerika ontstaan. De Amerikaanse quilt-traditie heeft een belangrijke invloed gehad op de cultuur. Maar wat hebben de Linsey-woolsey’s daar nu mee te maken? Lees het op deze pagina.

Amerikaanse quilts

Wat geschreven is over de oorsprong van quilten gaat voor een deel over Europa. Maar in Amerika is het quilten wel op een bijzonder wijze tot bloei gekomen. Er is een onvoorstelbare hoeveelheid patchworkpatronen en een nauwkeurige manier van naaien beschikbaar.
Het hoogtepunt van het quilten in Amerika ligt tussen 1750 en 1890. Het quilten is in Amerika in het begin van de 18e eeuw ontstaan. Tot op heden loopt men daar nog steeds voorop als het om quilten gaat. Er zijn erg veel quiltwinkels en de quiltstoffen zijn in Amerika veel goedkoper dan in Europa.
Quilten is momenteel veel minder noodzakelijk dan in het prille begin. Het is nu meer een volkskunst geworden.

Emigranten

De quiltgeschiedenis van Amerika begint met de Europese emigranten die zich zo’n drie eeuwen geleden in Amerika gingen vestigen. Zij namen hun eeuwenoude traditie als het waren mee. Het ging dan voornamelijk om de traditie van het quilten: het doorpitten van de stof. Het patchwork was in eerste instantie veel minder bekend. De eerste Amerikaanse quilts waren waarschijnlijk gewatteerde dekens die doorgequilt waren. Ze bestonden gewoon uit een lap stof uit één geheel (dus nog geen patchwork).

Linsey-woolsey’s

In de koude gebieden van het platteland van Amerika, ontstonden de zogenaamde ‘Linsey-woolsey’s‘. Dat waren effen, zware gequilte dekens. Ze waren bedoeld voor een hemelbed en ze reikten tot aan de grond. Hoewel de dekens vrij dik waren, werden ze helemaal doorgequilt met kleine steekjes in mooie patchwork patronen. Dat was een bijzonder tijdrovend maar ook rustgevend werk. In de koloniale tijd, waaruit de linsey-woolsey’s stammen, was daar nog de tijd voor. Ook al was het quilten maar één van de vele taken die de huisvrouwen van die tijd hadden, ze namen er toch de tijd voor. Wat is er immers méér rustgevend dan heerlijk bij de haard een grote deken quilten? En in die tijd werd niemand gestoord door de televisie…

Patchwork

De kleding die men maakte, was van katoenen stoffen. Dit ging dan vooral om overhemden, schorten, mutsen en jurken. Patchwork werd daarentegen van de restjes gemaakt. Deze restjes stof werden bewaard in een zak, de zogenaamde ‘scrapbag’. (snipperzak) Nog steeds staat ‘scrap quilt’ voor een quilt die samengesteld is uit allemaal kleine restjes.

Quilting bees

In die tijd zijn ook de zogenaamde ‘quilting bees’ ontstaan. Dat zijn gezellige bijeenkomsten waarbij iedereen aan z’n eigen quilt werkt. In de winter maakte de vrouwen de patchwork tops en in de zomer kwamen ze dan bij elkaar tijdens de quilting bees. Er werd dan vaak gebruik gemaakt van een groot quiltraam waar ze met elkaar omheen zaten. In deze quiltgroepen werden natuurlijk nieuwtjes uitgewisseld. Ook leerde men elkaar nieuwe technieken en werden er patchwork patronen van elkaar overgenomen. De huidige quiltbees vervullen dezelfde functie. In die tijd hadden de vrouwen een behoorlijk geïsoleerde positie. De quilting bees haalden hen uit hun isolement en waren dus belangrijke sociale gebeurtenissen. Dat zijn de quiltbees nog steeds, al valt het tegenwoordig wel mee met het sociale isolement van vrouwen.

Cultuur

Aan de quilts die gevonden worden, kan vaak afgelezen worden hoe het er aan toe ging in de tijd dat de quilts zijn gemaakt. De sociale, economische en politieke omstandigheden hebben hun invloed op de samenstelling van de quilts. De medallionquilts zijn daarvan een mooi voorbeeld.

Terug naar overzicht