Patchwork en quilten is van oorsprong handwerk. Maar ook bij patchwork en quilten zorgen nieuwe technische mogelijkheden voor veranderingen. Zo doet de naaimachine zijn intrede. Lees er over op deze pagina.

Naaimachine

Rond 1860 begon de naaimachine in opkomst te komen. Een eerste bekend merk is Singer. Vertegenwoordigers van dat merk gaven vooraanstaande vrouwen een naaimachine als cadeau. De andere vrouwen in de gemeenschap gingen dan vaak ook tot aanschaf van een naaimachine over omdat zij niet achter wilden blijven. De naaimachine betekende een grote tijdsbesparing bij het naaien van kleding en natuurlijk ook quilts. Toch werd de naaimachine voor het quilten en patchwork maar in de helft van de gevallen gebruikt. Het quilten was toch meer een hobby en het gaf niet als het wat meer tijd kostte. Men zag een poos ontspannen quilten als een plezierige bezigheid. En dat is nog steeds zo…

Industrialisatie

Doordat de industrialisatie toenam, werden de meeste dekens en bedspreien in de fabriek gemaakt. Het werd veel minder noodzakelijk om thuis zelf met patchwork en quilten aan de slag te gaan. Alleen op het platteland bleven vrouwen lange tijd nog huishoudelijke artikelen maken door middel van patchwork en quilten.
Uiteindelijk zorgde de industrialisatie voor een behoorlijke terugloop van het quilten.

Nostalgie

Het duurde echter niet zo lang of vrouwen begonnen nostalgische gevoelens bij het quilten te krijgen. Ze dachten terug aan hun moeder of grootmoeder die ze vaak bij de kachel of de haard tijdens gezellige winteravonden bezig hadden gezien met deze activiteit. De welvaart was inmiddels ook toegenomen, dus deze vrouwen hadden geld om stoffen te kopen en het quilten als hobby te beginnen. Damesbladen publiceerden al langere tijd patchwork patronen, maar pas in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw werden commerciële quiltpakketten en quiltpatronen populair. Vooral grote geappliqueerde bloemen waren erg geliefd.

Economische recessie

De jaren dertig van de twintigste eeuw waren jaren van grote armoede. Het werd voor mensen weer pure noodzaak om hun restjes stof te gebruiken in quilts. Katoenen zakken van tabak, meel of zaden, werden zorgvuldig bewaard en hergebruikt bij het quilten. Sommige van die zakken waren al bedrukt met bloemmotieven en dus erg geschikt voor het verwerken in patchwork.